Accipiter cooperii, in Chamberlain 1891 (deel I). Photo credit: Internet Archive Book Images via Visual hunt

Accipiter Brisson 1760

Bij de Romeinen was accipiter een algemene naam voor kleine en middelgrote roofvogels. Bij latere ornithologen is het ook zo (hoewel sommigen er tegelijkertijd vooral de havik mee bedoelen, accipiter gentilis, anderen naast de havik ook de sperwer, accipiter nisus). Onder andere Plinius geeft dat algemene bij de Romeinen: “Accipitrum genera sedecim invenimus”, ‘we treffen zestien soorten accipiter aan’ (X-21), hoewel hij er minder dan tien met name noemt. In Griekenland had Aristoteles Grieks hierax, óók al als een algemene naam voor kleine en middelgrote roofvogels. Accipiter en hierax zijn als het ware synoniemen.

Over de etymologie van accipiter bestaan twee opvattingen. De eerste oppert ‘grijper’ als betekenis, uitgaand van Latijn capere: pakken, grijpen (Jobling 1991 vermeldt de variant die uitgaat van accipere: aannemen, ontvangen, vergelijk ‘accepteren’, accipere is gevormd uit ad en capere). Gesner 1555 noemde het idee al (“Accipiter avis rapax ab accipiendo nomen tulit”, p.3). Het werkwoord capere is verwant met het werkwoord hebben, waarbij Nederlands havik enzovoort eventueel hoort, accipiter en havik zouden dan verwant aan elkaar kunnen zijn.

De tweede opvatting: op grond van Grieks oku-pteros (met snelle vleugels), oku-petes en oxu-petes (snel vliegend), én de naam oxupteron voor enkele kleinere roofvogels, oppert André 1967 een wortel *acu-: snel, en accipiter is dan: (vogel) die snel vliegt (wat Homerus al schreef: in de Ilias heeft hij het over “irex okupteros”). De Vaan 2008 gaat ook uit van acu-, en denkt dat -piter ontstond uit *petro- of *petri-: vleugel, vergelijk (oku)-pteros, en Oudindisch (āśu)-pátvan-: (snel) vliegend, beide werden van roofvogels gezegd. Wel ontstond acc- onder invloed van accipere (zodat die grijper er toch ook enigszins zit).

Grieks hierax is ook als de snelle geïnterpreteerd, doordat men verbond met Grieks hieros: vlug. Beekes 2010 twijfelt echter, doordat die irex van Homerus ouder is, mogelijk door hieros hierax wérd. Als een mogelijke taalkundige overeenkomst is er verder nog dat Holub 1967 in Russisch jastreb en andere Slavische namen (voor vooral de havik) verbasteringen ziet van een Indogermaans *okypet-ros: snel vliegende vogel. Vergelijk oku-petes.

Bedoeld was misschien niet alleen dat de vogel snel vliegt, ook dat hij snel toeslaat: men gebruikte accipiter vaak in het bijzonder voor havik en sperwer, deze overrompelen hun prooi in een flits, vogels die gepakt worden weten nauwelijks wat er gebeurt. Hoewel, als dit klopt, de slechtvalk, falco peregrinus, óók een kandidaat voor de naam zou kunnen zijn.

-

Enkele andere algemene namen voor de roofvogels (de codes zie op Home):

(G) Engels raptor, Frans rapace, beide betekenen: roofvogel, stootvogel (een roofvogel ‘stoot’ zich op de prooi). In de 19e eeuw had men het soms over de orde der Raptores (roofvogels en uilen). Alles gaat terug op Latijn rapere: grijpen. Maar voor kleine en middelgrote roofvogels ontstonden ook ándere algemene namen, Duits stößer: stoter, of Nederlands klamper: grijper (en ook is er Duits greifvogel). Tot slot: ‘valk’, ‘havik’, ‘arend’ en ‘gier’ werden ook vrij algemeen gebruikt, min of meer in de betekenis ‘roofvogel’. Zo zijn er Engels blue hawk voor de slechtvalk, Duits waldgeier voor de buizerd, Zweeds sjöhök voor de visarend (‘meerhavik’), en Duits lerchenfalke voor de sperwer - maar lerchenhabicht voor de torenvalk (lerche is leeuwerik). De benoemingen liepen wat door elkaar, mogelijk ook doordat het nogal eens moeilijk was de soorten goed te onderscheiden.

(V) Dagroofvogels, tegenover Nachtroofvogels voor de uilen, namen uit de tijd dat men roofvogels en uilen nog bij elkaar had staan. Linnaeus 1758 had beide groepen onder de Accipitres, in de loop van de 19e eeuw geeft men de uilen een eigen plaats. De huidige (dag)roofvogels vallen uiteen in twee orden: Falconiformes (Valken) en Accipitriformes (alle andere). Het jongste onderzoek echter zet ook de Valken apart en nu zijn alleen nog de Accipitriformes de Roofvogels. Voor velen horen de twee orden waarschijnlijk nog bij elkaar.