Turkse tortel. Photo credit: carfull...home in Mongolia via Visualhunt.com / CC BY-NC-ND
Streptopelia Bonaparte 1855
Strepto-pelia betekent: duif met een halsband, het is een samenstelling van Grieks peleia: duif (zie bij columba livia) en Grieks streptos: gedraaid, gevlochten, ook: halsband. Bonaparte schreef dat hij het genus gaf “pour les Tourterelles à collier”, de tortels met een halsband, “et nous le nommons Streptopelia”, wat dan de vertáling van de Franse naam was (p.17). Hij had er negen soorten in: vier Afrikaanse en vijf Aziatische. De zomertortel, streptopelia turtur, had hij er níet in: deze is er bij een latere herindeling van de duiven ingekomen.
In deel II van zijn ‘Conspectus’ (1857) behandelt Bonaparte de duiven uitvoeriger. Bij een deel van de negen heeft hij het over ‘een halve zwarte halsband’, bij de rest staan vergelijkbare omschrijvingen. Bij de zomertortel weet hij óók waar het over gaat: ‘een zwarte zijhalsvlek met witte lijntjes’, een ander type band dus. Bij duiven is er al snel iets ‘aan de hals’, zodat de zin van een genus ‘ring-duif’ zou kunnen worden betwijfeld - een Nederlandse naam voor de houtduif, columba palumbus, was ringduif - maar gezien zijn beschrijvingen doelde Bonaparte op een halve zwarte halsband zoals bij de turkse tortel, en met streptopelia wilde hij deze groep onderscheiden van andere duiven, al hadden ook díe iets ‘aan de hals’. De inmiddels ook opgenomen zomertortel past natuurlijk minder goed, als men uitgaat van de oorspronkelijke bedoeling.
Mogelijk was het ‘type’ voor streptopelia de lachduif, streptopelia risoria, een vogel die erg op de turkse tortel lijkt, zie ook bij streptopelia decaocto. Bonaparte had risoria als de eerste van zijn vijf Aziatische.
Frans tourterelle à collier staat waarschijnlijk voor het eerst in Brisson 1760. Hij heeft twee soorten die hij door “un collier noir” zo noemt (I-95, I-124), de tweede met ‘Sénégal’ erbij, mogelijk streptopelia vinacea, Gmelin 1789 I-782 interpreteert in ieder geval zo (Brisson: kop, hals en borst “approchent d’une couleur vineuse”, zijn enigszins wijnachtig gekleurd). Buffon 1770-1783 heeft er óók twee die hij zo noemt (plaat 161, plaat 244). Bonaparte gebruikt de naam nog algemener, door er een genus van te maken.