Friedrich Specht, kalanderleeuwerik. Photo credit: Internet Archive Book Images via Visual Hunt
Melanocorypha Boie 1828
Aristoteles had een melankoruphos, een kleine vogel met een zwarte kruin (Grieks melas: zwart, koruphe: kruin). De naam is bij de zwartkop terechtgekomen, zie bij sylvia atricapilla. Bij de kalanderleeuwerik pást hij ook niet. Toch gaf Boie het genus, in de Isis van 1828 (p.322), voor een groepje van zeven vogels waarvan de kalanderleeuwerik de eerste was.
Er zijn pogingen gedaan een verklaring te vinden. Wember 2007: Boie had de zwarte leeuwerik op het oog, melanocorypha yeltoniensis, wilde melas combineren met korudos, een Griekse naam voor de kuifleeuwerik, maar vergiste zich. Jobling 2010 denkt aan een samenstelling van melas en koruphos, een niet geïdentificeerde vogel bij Hesychius. Beide verklaringen lopen spaak op wat Boie zelf zei: mijn melanocorypha is een latinisering van melanokoruphos bij Aristoteles, het hogerop genoemde melankoruphos, met één letter verschil.
De verklaring zit misschien in de sóórten die Boie noemde: de kalanderleeuwerik, de zwarte leeuwerik, maar ook de melanocephala van Lichtenstein 1823 (later bleek dat een kwikstaart te zijn). Die vogel van Lichtenstein was ‘zwart-gehoofd’ en Boie kan hierdoor aan melankoruphos hebben gedacht. Kruin voor kop (Grieks koruphe voor Grieks kephale) was maar een kleine wijziging.
Maar hoe het ook ging, de kalanderleeuwerik zit met een merkwaardige genusnaam. De zwarte leeuwerik natuurlijk ook.