Woudaapje. Photo credit: Ian N. White via Visualhunt.com / CC BY-NC-SA
Ixobrychus Billberg 1828
Grieks ixos in ixobrychus was een probleem: ixos is de mistel/maretak/vogellijm, een parasitaire, altijd groen blijvende plant die op bomen voorkomt, maar de vogels waar Billberg het genus voor gaf, woudaapje en roerdomp, ixobrychus minutus en botaurus stellaris, zitten in het riet. Voor de oplossing van het probleem dacht Jobling 1991 aan een verwarring met Grieks ixias, “a plant with reed-like foliage”, maar Liddell 1968 noemt ixias een distelsoort. Als bijvoeglijk naamwoord betekende ixos: vasthoudend. Billberg kon dan ‘klevend’ hebben bedoeld, voor hoe het woudaapje door het riet klautert, eraan vast lijkt te kunnen kleven. Wember 2007 interpreteert vasthoudend als áánhoudend en denkt dat ‘alsmaar doorgaand roepen’ was bedoeld (in de broedtijd laat het woudaapje zijn geroep onophoudelijk horen, de roerdomp echter niet, en het idee doet ook gekunsteld aan).
Waar Billberg het genus introduceert (p.166) legt hij het ook uit: de naam is samengesteld uit Grieks ixos: riet en Grieks brucho: brullen (en ixobrychus betekent dan: rietbruller). Het probleem is ineens weg: Billberg dacht dat ixos riet betékende ...
De eerste soort in zijn genus is het woudaapje, daarvoor zou hij de genusnaam dan kunnen hebben bedoeld (en daarvoor gebruikte men hem later ook), maar als Zweeds synoniem van de genusnaam geeft hij rördrom en dan zitten we bij de roerdomp (rördrom is ontleend aan Nederduits rôrdump, vergelijk Nederlands roerdomp). Het lijkt er ook op dat ixobrychus een vertáling van rördrom was, en dan ook ’n beetje van roerdomp. Billberg zal dan geweten hebben wat roerdomp waarschijnlijk betekent, daarvoor zie bij botaurus, en daar ook ‘brult als een stier’.