Oskar von Riesenthal. Photo credit: BioDivLibrary via VisualHunt / CC BY
Buteo lagopus (Pontoppidan 1763: Falco lagopus). Eng. rough-legged buzzard. Ned. ruigpootbuizerd.
Anders dan bij de buizerd zijn bij de ruigpootbuizerd de poten bevéderd, hoewel niet tot op de tenen zoals bij de sneeuwhoenders. Voor wie de vogel in de hand had, was het prettig: bij alle verwarring die er over de kleden van roofvogels vaak heerste, was dit een ‘hard’ kenmerk (in het veld echter niet, sommige vogelgidsen noemen het niet eens). Frisch 1743 had het als belangrijkste kenmerk en had Duits rauhfuß als naam. Liet het ook op zijn kleurtekening zien. En ook de eerste die hem had, Olof Rudbeck, liet het rond 1700 op zijn kleurtekening zien.
Bij de sneeuwhoenders zit lagopus in de oorspronkelijke betekenis van de naam: hazevoet (Grieks lagos: haas, Grieks pous: voet, poot). Bij de Romeinen was dit het alpensneeuwhoen. Bij Pontoppidan wordt het een bijvoeglijk naamwoord: haasvoetig. Hij heeft het over: “med laadne Fødder”, ‘met ruige voeten’ (p.616). Hij beschrijft ook de zwart-witte staart, alsof hij ook op deze manier wilde zeggen dat het een andere dan de buizerd was (bij de meeste andere roofvogels volstond hij met de wetenschappelijke en de Deense naam). Voor bevederde poten en lagopus zie ook bij de dwergarend, aquila pennata.
-
Enkele andere namen voor de ruigpootbuizerd (de codes zie op Home):
(U) Noors gråfalk: grijze valk, de ruigpootbuizerd is gemiddeld grijzer dan de buizerd, die gemiddeld bruiner is (als een Zweedse naam staat hij later in Nilsson 1824, maar tegenwoordig is het de officiële Zweedse naam voor de Australische falco hypoleucos). Beiers nebelgeier is volgens Bertau 2014, ‘Die Bedeutung historischer Vogelnamen’, ook een naam voor het grijze, ‘zoals ook Duits nebelkrähe dat is’, een naam voor de bonte kraai, maar de uitleg bij díe naam is omstreden, zie bij corvus cornix (vergelijk verder: ‘grijze nevel’).
(U) Noord-Amerikaans chap hawk: de bevederde poten deden denken aan de leren broek van cowboys, een broek die alleen uit pijpen bestond, in het Spaans van Mexico heette deze chaparajos, in het Noord-Amerikaanse Engels werd het chaps.
(G) Fins piekana, Sami biehkan. Men neemt aan dat piekana aan biehkan is ontleend, en dat dat een naam was voor het pie-ie-èèh, vergelijkbaar met de roep van de buizerd, buteo buteo, maar het is klaaglijker. In Canada kreeg men daardoor screech hawk: schreeuwhavik (in Engeland is of was dat een naam voor de nachtzwaluw).
(V) Officieel Zweeds fjällvråk: bergbuizerd, fjäll is berg, de berg boven de boomgrens. De ruigpootbuizerd broedt op vochtige bergtoendra, maar ook in moerassige gebieden rónd de bergen, of op vochtige laaglandtoendra. Het is een vogel van open gebied.
(V) Russisch zimnjak, gevormd bij zima: winter. De naam lijkt op zimnik, ‘winterweg’: in de winter worden in het noorden van Rusland en Siberië op sneeuw of ijs zimniki aangebracht, in de harde winters daar zijn ze vaak de enige verbinding over land. De zimnjak bróedt in dat Noorden, trekt er weg voordat men aan die wegen begint: meer zuidelijk is hij dan een ‘wintervogel’, zoals de Denen voor de ruigpootbuizerd vintermusvåge hadden: winterbuizerd, wat in Nederland ook een geschikte naam zou zijn.