Tekening in Buffon. Photo credit: BioDivLibrary via Visualhunt / CC BY
Alectoris graeca (Meisner 1804: Perdix graeca). Eng. rock partridge. Ned. steenpatrijs.
De Romeinen noemden Griekenland Graecia, perdix graeca was dus ‘Griekse patrijs’. Van de Alectoris-soorten komt in Griekenland inderdaad vooral de steenpatrijs voor.
Gesner 1555 kent hem van de Alpen. Hij noemt hem perdix maior: grote patrijs (‘hij is groter dan dé patrijs’, die hij perdix noemt). Door Belon 1555 gaat hij 'de Griekse' heten. In Griekenland ziet hij de vogel die de oude Gríeken vooral perdix noemden: de steenpatrijs. Feitelijk was het de aziatische steenpatrijs, zie bij alectoris chukar, maar men onderscheidde de twee nog niet. Vervolgens noemt Belon deze ‘patrijs van de oude Grieken’ perdris de grece. Longolius 1544 had al perdix graeca gegeven, maar op grond van de boeken, en waarschijnlijk was het bij hem de róde patrijs, en zo nóemde een enkeling hem later ook, maar Brisson 1760 (die naar "Perdix Graeca Bellonii" verwijst, I-242) zet perdix graeca bij de steenpatrijs, en als een naam voor díe soort komt hij bij Meisner terecht. Houttuyn 1763 maakt er een Nederlands grieksche patrys van.
Toch schemert bij de Grieken misschien een verschil in soorten door. Aristoteles namelijk schrijft over de perdix: “oi men kakkabizousin, oi de trizousin”, ‘sommige kakelen, andere piepen’, afhankelijk van het gebied waar ze voorkomen. Piepen past bij de steenpatrijs, kakelen bij de aziatische.
-
Enkele andere namen voor de steenpatrijs (de codes zie op Home):
(G) Frans bartavelle, een naam bij de tekening van François-Nicolas Martinet in Buffon 1770-1783, zit tegenwoordig in officieel Frans perdrix bartavelle. De naam gaat terug op Provençaals bartavello en dat zou volgens Mistral 1878 (‘Lou Tresor dóu Felibrige’) en ook volgens Desfayes 2000 een naam zijn voor het geluid van de steenpatrijs, dat als het geluid van een deurslot klinkt: deurslot is een van de betekenissen van het gewone woord bartavello. Het knarsende geluid van oude ijzeren sloten past inderdaad bij de steenpatrijs - slechter bij de rode patrijs - wel goed bij dé patrijs, maar Buffon, Mistral en Desfayes géven de naam voor de steenpatrijs.
(V) Zwitserduits steinhuen. De steenpatrijs is een vogel van de bergen, meestal van bergen boven de boomgrens. Het is de meest alpiene van de Alectoris-soorten. In Zwitserland werd steinhuen overigens ook voor het alpensneeuwhoen gebruikt, Gesner 1555 vermeldt hem daarvoor, zie bij het genus lagopus. In het Oudhoogduits was er al steinhuon, maar de soort is niet duidelijk. De huidige Duitse naam voor de steenpatrijs is steinhuhn.