Photo Credit: vlupadya Flickr via Compfight cc
Charadrius alexandrinus Linnaeus 1758. Eng. kentish plover. Ned. strandplevier.
Fredrik Hasselquist, leerling van Linnaeus, ontdekt de strandplevier op 24 mei 1750 in de delta van de Nijl. In Hasselquist 1757 staat het zo: “Locus Aegypti Canalis, qui aqua ex Nilo Alexandrium transfert, ubi Insectis pascitur” (p.256), in de Nederlandse vertaling van 1771 is dat: “aan de Waterleiding van Egypte, welke het Water uit den Nyl naar Alexandrien brengt, alwaar deze Vogel zich met Insecten voedt” (p.61). Alexandrië was lang de hoofdstad van Egypte. De stad was genoemd naar de Griekse veroveraar Alexander de Grote, was lange tijd ook een belangrijk centrum van kennis. Latijn Alexandrinus betekende: Alexandrijn, “een die van Alexandryen van daan is” (Pitiscus 1738). Van de naam bij Linnaeus maakt Houttuyn 1763 een Nederlands alexandrynsche plevier.
Enige tijd heet de strandplevier charadrius cantianus, een latinisering van kentish plover van Latham 1802. Latham hééft de vogel van Hasselquist, onder alexandrine plover, maar heeft daarnaast een kentish plover, wat óók de strandplevier was. Hij kreeg er opgestuurd die in Kent geschoten waren. Later zag men dat het om een en dezelfde vogel ging. En volgens de regels, zie de Inleiding, gaat de oudste naam voor, charadrius cantianus moest verdwijnen.
-
Enkele andere namen voor de strandplevier (de codes zie op Home):
(U) Fries kreuteltsje, van kreut, wat dreumes betekent. Een dreumesje dus.
(U) Italiaans fratino: monnikje, waarschijnlijk voor het roestbruine achterhoofd bij het adulte mannetje in het zomerkleed, waarin je een monnikskapje zou kunnen zien (en de bruinige bovenzijde kan meegeholpen hebben). Het alternatief is het wit boven snavel en oogstreep, waarbij je aan de ‘tonsuur’ van monniken zou kunnen denken, maar charadrius hiaticula en charadrius dubius hebben, hoewel op een andere manier, óók wit boven de snavel.
(G) Fries dûkelmantsje: duikelmannetje (Fries dûkelje: duikelen, buitelen). Als ze naar de waterlijn rennen, kun je denken dat ze bijna voorover duikelen, zo snel gaat het. Snow 1998 heeft: “Gait noticeably rapid, with ‘bicycling’ run on long legs characteristic; bird seems to risk pitching forward at times” (p.569).