Tekening Archibald Thorburn. Photo credit: BioDivLibrary via Visual hunt / CC BY-NC-SA

Chlidonias niger (Linnaeus 1758: Sterna nigra). Eng. black tern. Ned. zwarte stern.

In het zwart-grijze zomerkleed vond men de zwarte stern altijd opmerkelijk anders dan andere sterns (de witvleugelstern, chlidonias leucopterus, kende men in het grootste deel van Europa nog niet). “Aan de vlucht en de staart zijn ze wel als sterntjes te herkennen, ofschoon ze alleen maar witte veertjes hebben op enkele plekken aan de onderzijde van het lichaam en de vleugels” (Thijsse 1938, ‘Het Vogeljaar’, p.244).

Gesner 1555 is de eerste die hem heeft, met een duidelijke tekening, en hij noemt hem larus niger: zwarte meeuw ('meeuw' werd makkelijk ook voor sterns gebruikt). Als oudere Duitse naam heeft Gesner ein schwartzen mew, waaraan hij larus niger waarschijnlijk ontleende (Latijn niger: zwart). Buffon 1770-1783: zijn kleed is weliswaar somber, maar hij heeft een opgeruimd karakter, vliegt onophoudelijk en draait steeds rondjes.

Linnaeus baseert zich niet op Gesner, zoals hij vaak deed. Iedereen kon natuurlijk op ‘zwarte stern’ uitkomen, overal heet hij zo. Al is hij niet alléén maar zwart.

-

Enkele andere namen voor de zwarte stern (de codes zie op Home):

(U) Vlaams brandvogel, Gesner 1555, een naam “circa Gandavum”, 'bij Gent', “a colore nimirum”, ‘ongetwijfeld vanwege de kleur’, gebrande vogel dus (p.566). Het naamtype brandvogel is in de loop van de tijd voor diverse min of meer zwarte vogels gebruikt.

(U) Sterna naevia: gevlekte stern, Frans hirondelle-de-mer tachetée: gevlekte zeezwaluw, namen in Brisson 1760. Wat hij beschrijft is een juveniel. Brisson ziet er een soort in (citeert hier ook namen die de nodige verwarring hebben gegeven, onder andere rallus lariformis van Linnaeus 1758 en cloven-footed gull van Albin 1734).

(G) Brabants kiek, wat een naam kan zijn voor het kik-kik, de alarmroep. Brabants meerpik, pik zóu er kunnen zitten voor het oppikken van insecten van het wateroppervlak of in de lucht, maar rond De Peel is er ook meertik, en dan valt te denken aan het kik-kik.

(V) Nederlands venkraai, voor waar ze zitten, kraai voor het zwarte.

(V) Canadees marsh tern, een naam in Manitoba, vergelijk Nederlands moerasstern, ook moeraszwaluw en moeraszeezwaluw, hoewel die namen vooral in het meervoud zijn gebruikt, voor de drie sterns in het genus chlidonias, zie ook aldaar (moeraszwaluw stond tegenover zeezwaluw voor de ‘eigenlijke’ sterns, die in het genus sterna, voor zeezwaluw zelf zie bij sterna hirundo).

(?) Frans épouventail: vogelverschrikker, als gewoon woord épouvantail teruggaand op Latijn ex en pavere: bang zijn. Engels scare-crow: vogelverschrikker (tegenwoordig scarecrow gespeld). De naam staat in Ray 1678, is er een uit de tijd dat de zwarte stern nog een gewone vogel van Engeland was. Opmerkelijk is de uitleg bij Ray: “It cannot abide the presence of men”, hij verdraagt geen mensen (p.354). Dat is vreemd, voor een vogelverschrikker .. In Engeland is de naam uitgelegd met het donkere kleed (zwart doet schrikken), maar er wordt ook gedacht dat het een verbastering is van carr-crow: moeras-kraai. En dan is het zelfs mogelijk dat ook Frans épouventail niet is wat het lijkt. De naam staat in Brisson 1760 (bij sterna nigra, niet bij sterna naevia van hogerop) en bij de vele al bestaande namen voor de soort noemt hij ook scare-crow, zodat épouventail daarvan een vertaling zou kunnen zijn ..