Natternadler, slangenarend. Naumann 1820-1844. Photo by BioDivLibrary on Visual Hunt / CC BY

Circaetus Vieillot 1816

In circaetus zit de Griekse kirkos, ‘een middelgrote roofvogel’ die ook in het genus circus zit. Daarnaast zit er Grieks aetos: arend, zie bij het genus aquila. Vieillot gééft het genus voor de slangenarend, circaetus gallicus, waarbij ‘twee keer een roofvogel’ het wat tweeslachtige uitdrukt: in sommige opzichten lijkt hij een arend - in andere een buizerd, bijvoorbeeld in de manier van jagen, speuren naar prooi, soms ‘bidden’. In Duitsland heette hij naast schlangenadler ook schlangenbussard. En Brehm had als een van zijn namen ervoor circaetus paradoxus. In Nederland heette hij arendbuizerd, in Duitsland bussardadler.

Vieillot verwijst naar Buffon 1770-1783: door hém komt hij op ‘buizerdarend’. Buffon: hij is niet zo groot als een echte arend, is ook niet zo gebouwd, lijkt eerder op de visarend en heeft ook iets van een buizerd. ‘En vreemd genoeg past daarbij dat ook zijn aard iets van arend en buizerd heeft’. En zo komt hij op: door bouw én aard lijkt de slangenarend tussen arend en buizerd in te zitten, “comme formant la nuance intermédiaire entre ces deux genres d’oiseaux” (Buffon 1796-1799, I-67).