Photo credit: nickpix2012 via Visual Hunt / CC BY-NC-ND

Philomachus Merrem 1804

Grieks philomachos betekende krijgszuchtig, 'de strijd minnend'. Het is een samenstelling van mache: de strijd, en philo-: liefhebbend (wat ook in 'filosoof' zit, en bij de zanglijster in de soortnaam philomelos: de liedminnende). Möhring 1752 maakt van philomachos een genusnaam voor de kemphaan, creëert daarmee een Griekse versie van al bestaand pugnax, daarvoor zie bij philomachus pugnax (maar 1752 telde later niet mee, zie 'het jaar 1758' in de Inleiding, en daardoor zit Merrem in de naam).

Merrem splitst het genus tringa in zes genera op, op grond van kleine verschillen in vooral de snavels. Als eerste van de zes, en voor alleen de kemphaan, heeft hij philomachus, met als Duitse naam hausteufel, een naam die al bij Frisch 1763 stond. Frisch, Klein en Bechstein schrijven dat men kemphanen ‘hield’, en dat men genoot van wat de mannetjes aan gedrag lieten zien. Kragen en gedrag maakten indruk, zie bij de soort.