Photo credit: Martha de Jong-Lantink via VisualHunt / CC BY-NC-ND

Merops Linnaeus 1758

De Griekse vogel merops was er bij Aristoteles een die bijen at en in zandbanken nestelde, in holen daarin. De bijeneter, merops apiaster? Maar het kleed was vreemd: de vleugels van onderen lichtgeel, bovenop blauw, de toppen van de vleugels rood. Het lijkt er alleen maar in de verte op. Arnott 2007: “Aristotle or his source here has got his notes confused”, want uit alle andere dingen bleek dat hij wel de bijeneter bedoelde.

Je zou bijna hopen dat merops een naam was voor het prachtige kleed, waarvoor vreemd genoeg vrij weinig namen bestaan (wel was er ooit merops elegans). Chantraine 1968 geeft een áárds verhaal. Op het Griekse eiland Kos woonden de Meropes, een volk dat in holen in de aarde leefde. Het zou afstammen van de held Merops, die uit de aarde vóórtgekomen was.

Onduidelijk is, schrijft Chantraine, wat er het eerst was: merops of Merops. Als merops de oudste was, waren de Meropes waarschijnlijk vanwege hun holen naar de holenmakende vogel genoemd en kan merops iets heel anders betekend hebben. Iets met de kleuren bijvoorbeeld. Of de naam is te verbinden met de Indogermaanse wortel *mer-: flonkeren. Een flonkervogel is de bijeneter wel. Door die kleuren.