A. Thorburn. Photo credit: BioDivLibrary via VisualHunt / CC BY
Pinicola Vieillot 1807
Pinicola betekent ‘pijnboombewoner’, maar Vieillot bedóelde iets breders: naaldboombewoner (Latijn pinus: pijnboom, dennenboom, Latijn -cola: bewoner). Voor het naamtype vergelijk limicola, monticola, pratincola, saxicola.
Vieillot gaf de naam voor enkele dikbekkige vinken die dennen en sparren bewonen, in het bijzonder wel voor de haakbek, pinicola enucleator. Deze leeft in ongeveer de gehele taiga, de gordel noordelijke naaldwouden die door Eurazië en Noord-Amerika heen de hele aarde omspant. Twee Canadese namen voor de haakbek weerspiegelen de dennen en sparren: pine finch, den-vink, en spruce bird, spar-vogel (pine en pijn- kwamen beide uit pinus).