Wilhelm von Wright. Photo credit: Free Public Domain Illustrations by rawpixel on Visualhunt

Larus hyperboreus Gunnerus 1767. Eng. glaucous gull. Ned. grote burgemeester.

Grieks huperboreos betekende: ‘bewoner van het hoge Noorden’, een verwijzing naar de Huperboreioi, een mythisch volk waarvan men dacht dat het in de eeuwige zon ‘voorbij het noorden’ woonde (Grieks huper: boven, voorbij, uiterst, Grieks boreas: de noordenwind, ook: het Noorden). De naam past, bij een vogel die op arctische eilanden en op de noordelijke kusten van Amerika en Eurazië broedt.

Gunnerus schreef over de vogels van het noorden van Noorwegen, een regio waar je een adulte grote burgemeester zomerkleed niet zo gauw aantreft, maar hij zág er een, gezien zijn beschrijving: “albus, dorso & alis dilute cinereis, extremitatibus remigium prorsus albus”, wit [de witte], rug en vleugels lichtgrijs, de uiteinden van de slagpennen geheel wit (p.226). Als Noors-Deense namen geeft hij onder andere hviid-maase, wit-meeuw, en store blaa og hvide hav-maase, grote blauwwitte zeemeeuw, eerder een omschrijving dan een naam.

De oudste naam voor de vogel is bürgermeister, in Martens 1675, zijn boek over de reis naar Spitsbergen. Martens 1710, de Nederlandse vertaling: “De Vleugelen zijn bleeck Blauw, tot over de geheele rugge, doch aen d’eynden wit, gelijck oock het heele Lyf wit is” (p.29), vergelijk wat Gunnerus had. Men schreef soms dat bij ‘burgemeester’ een rol speelde dat de grote burgemeester een dominante soort is, bovendien vaak hoog boven de andere zeevogels broedt, zodat het lijkt alsof hij de baas is. Maar in de originele Duitse versie schrijft Martens dat ‘grootte, dus voornaamheid’ de reden voor de naam was: “Der Bürgermeister ist der grössest unter den Spitsbergischen Vogeln, daher ihm als dem vornehmsten dieser Nahme auch gegeben” (p.60). De bemanning van het schip noemde hem zo.

-

Enkele andere namen voor de grote burgemeester (de codes zie op Home):

(U) N grote burgemeester, zie bij de kleine burgemeester, larus glaucoides. Voor Engels glaucous gull ook.

(U) Engels golden maw, gouden meeuw, een naam in Schotland voor het ‘gouden’ kleed van de jonge vogels.

(V) Canadees ice gull, een naam aan de oostkust van Canada, volgens McAtee 1959, ‘Folk Names of Canadian Birds’, “from its being seen in winter”. Maar de naam kan ook gegeven zijn in het broedgebied, waar men de vogel vaak rustend op ijsschotsen ziet. Vrij zeker wel over de winter gaat dalvek, een naam bij Sami in het noorden van Noorwegen (dálvi: winter, dalvek: wintervogel). Een verband met larus hyperboreus lijkt er niet te zijn: Gunnerus noemt de naam niet.