Photo credit: sussexbirder on Visualhunt.com
Melanocorypha yeltoniensis (Forster 1767: Alauda yeltoniensis). Eng. black lark. Ned. zwarte leeuwerik.
Aangezien leeuweriken overwegend bruin zijn, en op elkaar lijken, verwacht je bij de ontdekking van een zwarte leeuwerik dat de naamgever onmiddellijk besluit tot alauda nigra, zwarte leeuwerik (zoals een kuif kuifleeuwerik gaf). De naam ís ook gegeven, en is mogelijk ook de oudste voor de soort, wanneer althans de black lark bij Albin 1738 de zwarte leeuwerik was. Hij was gevangen in Engeland, was dan een dwaalgast. Albin: “This being a Curiosity, I was desired by one of my Subscribers to make a Plate of it” (p.47). Brisson 1760 neemt de soort over en geeft alauda nigra. Buffon 1770-1783 trouwens heeft óók een tekening van wat een zwarte leeuwerik zou kunnen zijn, noemt de vogel met een Franse naam alouette noire, zwarte leeuwerik. Daarnaast weet hij van “une alouette parfaitement noire” die in de buurt van Parijs gevangen was.
Forster benoemt de vogel naar het Russische meer waar hij hem ontdekt: “Gregatim trans Volgam in vicinia lacus Yeltoniensis degunt hae Alaudae”, ‘deze leeuweriken leven troepsgewijs aan de andere kant van de Wolga, in de buurt van het Yelton-meer’ (p.350). Dat is: het Эльтон in de steppe ten oosten van huidig Volgograd, in Nederlandse transcriptie het El’ton. Mogelijk was Forster in de war met de Russische Е, die wél met Je wordt weergegeven, in sommige talen met Ye - vergelijk de ooit bekende Russische politicus Boris Ельцин, letterlijk El’tsin, maar door de Е wordt het Jeltsin - maar in Engeland Yeltsin.