Brandganzen. Photo credit: Ján Svetlík via VisualHunt / CC BY-NC-ND

Branta Scopoli 1769

Branta was een naam bij Turner 1544. Waarschijnlijk latiniseerde hij er Engels brant mee, hoewel die naam later pas opgetekend is. Verder is er uit 1597 brant goose, wat brent goose werd, nu de Engelse naam van de rotgans, branta bernicla - maar Nederlands brandgans zit bij de andere van het duo, de brandgans, branta leucopsis. Het is allemaal één naam, en hij betekent: de verbrande, ‘zwart verbrand’, wat bij de kleuren van beide vogels past.

Turner heeft het over “branta et bernicla”, één soort bij hem: kleiner dan de grauwe gans, een zwarte borst, verder grijs, roept luid, wordt in Engeland bij moerassen gezien, foerageert op velden. Het is moeilijk te zeggen of rotgans of brandgans was bedoeld, ze lijken teveel op elkaar, en Turner noemde niet het typerende wit aan de kop van de brandgans (voor het uit elkaar halen van de twee soorten zie bij de brandgans). Er is een grote kans dat met de namen beide soorten werden aangeduid.

Lockwood 1984 denkt dat branta, in plaats van een latinisering van brant te zijn, teruggaat op Oudnoords brandgâs: verbrande gans (wat voor de taalkundige betekenis niets uitmaakt). Tegenwoordig is brandgås een Noorse en Zweedse naam voor de bergeend, tadorna tadorna. En ook Clusius 1605 had de naam voor de bergeend (als brandgaas, de oudere schrijfwijze). Ook de bergeend heeft een donkere kop en hals. Onder de eenden en ganzen die men toen kende, waren er drie met een zwarte/donkere hals: rotgans, brandgans, bergeend.