Photo credit: hehaden via VisualHunt / CC BY-NC

Cygnus bewickii Yarrell 1830. Eng. bewick’s swan. Ned. kleine zwaan.

Tot voor kort was cygnus columbianus de officiële naam voor de kleine zwaan. In 1815 noemt de Amerikaan Ord de net ontdekte zwaan die tegenwoordig fluitzwaan heet: anas columbianus, naar de Columbia-rivier in het noordwesten van de Verenigde Staten waar hij werd ontdekt. Later wordt bewickii ontdekt, maar men ziet er een ondersoort van columbianus in: ze lijken sterk op elkaar, zoals trouwens ook op de wilde zwaan. Tegenwoordig ziet men in bewickii een soort, hoewel niet iedereen.

De naam is een eerbetoon aan Thomas Bewick (1753-1828), geen ornitholoog, wel een beroemd Engels tekenaar, onder andere van vogels, bovendien uitvinder van de techniek van de houtgravure, een verfijning van de oudere houtsnede. Hij verluchtigt zijn tweedelige ‘History of British Birds’ met 448 houtgravures.

Met bewickii had hij niets van doen. Mearns 1988: men merkt in die tijd dat de ‘wilde zwanen’ (die met geel aan de snavel, anders dan het rood van de knobbelzwaan, cygnus olor) niet allemaal even groot en zwaar zijn. Maar het duurt nog even voordat men begrijpt dat er echt een kleíne wilde is. In 1829 beschrijft Richard Wingate de vogel. Geeft hem alleen geen naam. In 1830 heeft Selby het over “Cygnus Bewickii of Wingate” (een eerbetoon aan Wingate én aan de mooie platen van Bewick). In 1830 geeft Yarrell bewick’s swan en cygnus bewickii. Het gaf enig gedoe over wie de eerste was geweest. Eyton 1836, ‘A history of the rarer British birds’, stelt dat de eer naar Yarrell moet gaan: “the honour of having characterised and described it, not only as new to the British Isles, as to the world, certainly belongs to Mr. Yarrell, whose interesting paper on it was read before the Linnean Society, January 19, 1830” (p.86-87). Wat Yarrell 1843 schreef past hierbij: Wingate “immediately adopted the name I had proposed” (III-106). Maar enig onrecht zat er.

Eerder las Buffon 1770-1783 in reisverhalen over een zwaan die gelijk was aan de wilde zwaan, cygnus cygnus, maar die in het noorden van de Hudsonbaai leefde. Hij denkt niet aan een ándere dan de wilde zwaan, maar gezien de regio zal het columbianus zijn geweest. Nog eerder, rond 1700, maakt de Zweed Olof Rudbeck, een van de leermeesters van Linnaeus, een tékening van de kleine. Als eerbetoon had het dus ook cygnus rudbeckii kunnen worden.

-

Enkele andere namen voor de kleine zwaan (de codes zie op Home):

(U) Cygnus minor, in Keyserling 1840, met daarbij als Duitse naam kleiner singschwan. Nederlands kleine zwaan in Schlegel 1852 was er waarschijnlijk een vertaling van. In véél Europese landen werd ‘kleine zwaan’ de officiële naam (in Duitsland: zwergschwan). De kleine zwaan is kleiner dan de twee andere Europese zwanen.

(V) In Rusland gebruikt men als officiële naam, naast maluj lebed’, kleine zwaan, soms ook toendrovuj lebed’: toendrazwaan (lebed is zwaan). Svensson 2010: de kleine zwaan “broedt in Russische toendra, overwintert in NW-Europa”.