Photo credit: bikashdas via VisualHunt / CC BY
Tadorna ferruginea (Pallas 1764: Anas ferruginea). Eng. ruddy shelduck. Ned. casarca.
De ruddy shelduck is roestkleurig: op de vleugels na is hij grotendeels bruinrood (Engels ruddy: rossig). De wetenschappelijke naam drukt hetzelfde uit, Latijn ferrugineus betekende roestkleurig (Latijn ferrum: ijzer).
In 1764 heeft Pallas naast anas ferruginea een Nederlands tartarysche gans, door Vosmaer, zie in de Literatuur bij Pallas 1764. De officiële naam had daardoor tadorna tatarica kunnen worden (Tartarye was de toenmalige naam voor Siberië, genoemd naar de Tataren of Tartaren, nazaten van Djenghis Kan die ooit grote delen van Rusland onder controle hadden en die nu nog in bijvoorbeeld Russisch Tatarstan wonen). In 1811 schrijft Pallas dat niet hij, maar Nicolaes Witsen (1641-1717), Nederlands regent en diplomaat, de casarca als eerste had. In 1664-1665 reist Witsen door Rusland, schrijft daarna 'Noord en Oost Tartarye', een werk over volkeren en verwikkelingen in het immense rijk. Maar nog eerder dan Witsen, en met een duidelijke beschrijving en tekening, had Gesner 1585 de casarca, noemde hem anas indica (zie indicus bij petronia petronia). En mogelijk hadden de Grieken hem, als chenalopex, zie bij het genus alopochen, en ook nog als hipparion: paardje (deze dan waarschijnlijk voor het bruine).
Totdat de naam van Pallas wordt opgemerkt, benoemt men de casarca met het door Linnaeus 1768 gegeven anas casarca, naar Russisch kazarka. Nú is dit in Rusland een naam voor de ganzen van het genus branta, maar Pallas had hem onder andere voor kolgans/dwerggans, en hij wordt ook voor de casarca opgegeven. De oudere vorm is kazara. Sommige Russische etymologen denken dat kazara afgeleid is van Turks kaz: gans. Pallas had voor de grauwe gans Tataars kâs: gans. Waarschijnlijk was de korte vorm een klanknabootsing, net als gans, zie bij anser.