Photo credit: Andrew Reding via Visualhunt / CC BY-NC-ND

Histrionicus histrionicus (Linnaeus 1758: Anas histrionica). Eng. harlequin duck. Ned. harlekijneend.

Latijn histrio was toneelspeler, kluchtspeler (niet verwant met 'hysterie'). Linnaeus gaf de naam, zonder uitleg. Soms schrijft men dat het een naam is voor het opvallend bonte kleed, dat altijd indruk maakte. Daarvoor was in ieder geval Engels harlequin bij Pennant 1785 bedoeld, al geeft ook hij geen uitleg: de harlekijn was een bont uitgedoste figuur in het kluchtspel, allereerst in de Commedia dell’arte, waar hij arlecchino heette. Hij droeg een pak van veelkleurige lapjes, waarop het ‘pak’ van de harlekijneend enigszins lijkt, in bontheid en kleurverdeling. In Frankrijk was er voor een clown Jean Potage (Jan Soep) en Houttuyn 1763 geeft voor de harlekijneend daardoor een Nederlands jan pottagie eend (“Histrionica of Jan Pottagie Eend, niet onaardig”, p.59). In Noord-Amerika is er painted duck, misschien door anas picta, wat volgens Buffon 1770-1783 en Pallas 1811 bij Georg Steller de harlekijneend was (Latijn pictus: beschilderd). Volgens Pallas zag Steller hem bij het Siberische Ochotsk - later op Kamtsjatka, waarschijnlijk in 1740, zie bij stellers eider, polysticta stelleri. Steller was dan de eerste die hem had.

Laat Latijn histrionicus betekende ‘toneelachtig’, ‘van een toneelspeler’, en anas histrionica was dan toneeleend. Linnaeus kent hem door Edwards 1747. De vogel was meegebracht van het Canadese Newfoundland en Edwards denkt dat hij nog niet beschreven is. Opvallend: in tekst noch naam (Engels dusky and spotted duck) benadrukt hij het veelkleurige. Zijn kleurtekening geeft het natuurlijk wel, maar ‘gedekt’. Wel schrijft Edwards dat hij hoorde dat vissers op Newfoundland de vogel lord noemden. Edwards: waarschijnlijk vanwege de witte halsring, “seeing the wearing of Gold Chains is an ancient Mark of Dignity in Europe” (p.99). Linnaeus kan hierdoor gedacht hebben aan ‘eend die zich voordoet als een heer’, óók een soort toneelspeler.

In histrionica hadden blijkbaar diverse betekenissen terecht kunnen zijn gekomen (clown, toneelspeler, heer, nar). Wellicht geeft ‘niet onaardig’ van Houttuyn de doorslag, zijn gelíjkstelling van de twee namen. Zijn gevoelen was misschien het juiste, en passend bij de tijd. Bovendien: als Linnaeus uitgegaan was van lord, was hij door Dignity misschien eerder op anas digna uitgekomen: waardige eend. Waarschijnlijk baseerde hij zijn naam op genoemde kleurtekening. En anas histrionica was dan: clownseend, harlequin duck (de huidige naam in Engeland en Noord-Amerika, Nederlands harlekijneend zal er een vertaling van zijn).

-

Enkele andere namen voor de harlekijneend (de codes zie op Home):

(U) Chinees chŏu yā (transcriptie): clownseend. Een vertaling van anas histrionica?

(U) Koreaans huinjulbagiori (transcriptie): witstreepeend (huin: wit, julbagi: streep, ori: eend).

(U) Noord-Amerikaans blue streak, maar als streak hier streep is: er zit véél blauw(grijs) bij het mannetje in het zomerkleed.

(G) Canadees imp: duiveltje, een naam op het Canadese Nova Scotia voor het snelle duiken, vergelijk hell diver bij het genus podiceps.

(V) IJslands brimönd: eend van de branding (brim is de branding, önd is eend). Na de broedtijd zijn harlekijneenden op zee, meestal in de buurt van rotsen waaromheen de branding spoelt. Inuit ingiuliksiut, op het Canadese Labrador, de naam betekent: ‘zij die de branding ingaan’ (ingiulik is de branding).