Photo credit: BioDivLibrary via VisualHunt.com / CC BY
Pernis apivorus (Linnaeus 1758: Falco apivorus). Eng. honey buzzard. Ned. wespendief.
De wespendief ‘verslindt bijen’ (Latijn apis: de bij, vorare: gulzig eten, verslinden) (vergelijk Latijn carnivorus: vleesetend, vleeseter). De wespendief leeft ook van muizen, kikkers, hagedissen, maar vooral, en als enige van de Europese roofvogels, van wespen en bijen. Hij eet larven, poppen, volwassen insecten, en graaft als een kip hun nesten uit.
Willughby 1676 is de eerste die hem heeft. ‘Voor zover wij weten is de vogel nog niet beschreven, al is hij in Engeland talrijk genoeg’, wat toen nog zo was. Belon 1555 wordt ook de eerste genoemd, met zijn Franse boudree en bondree, nu in bondrée apivore de officiële Franse naam voor de wespendief, maar gezien de beschrijving kan het ook de buizerd zijn geweest, buteo buteo (wat zeker lijkt te gelden voor een 16e eeuwse kleurtekening waarin Olson 2007 de wespendief ziet).
Willughby en Ray weten ook waarvan de vogel lééft. Ray 1694: “Insectis victitat, et vesparum nymphis pullos nutrit”, ‘hij voedt zich met insecten, en brengt zijn jongen groot met de larven en poppen van wespen’ (p.16). Zij noemen de vogel buteo apivorus: bijenetende buizerd. Maar ook buteo vespivorus: wespenetende buizerd. Linnaeus kon kiezen.
Hoewel Willughby en Ray in hun teksten niets over honing zeggen, munten ze ook Engels honey buzzard. Het zal een ‘slip of the mind’ zijn geweest (de wespendief eet geen honing). In het nest vonden ze raten van wespen en in de magen van de jongen resten ervan (het is voedzaam voor ze). De raten deden hen misschien denken aan honingraten uit een bijenkorf.
-
Enkele andere namen voor de wespendief (de codes zie op Home):
(U) Engels capped buzzard: buizerd met een muts. Macgillivray 1836: het is een naam voor “individuals with a largely ash grey head”. Het kleed varieert sterk.
(G) Provençaals labourié: ploeger. Provençaals labour betekent ploegen, de naam werd ongetwijfeld gegeven voor ‘als een kip uitgraven van nesten’, zie hogerop.
(G) Duits läuferfalk, in Bechstein 1791. In de tekst heeft hij het over “sein schneller Gang” (p.267) en daarvoor moet het wel de naam zijn: op jacht naar prooi kan de wespendief honderden meters rennen, ‘als een kip’, zoals in een Engels boek staat. Alweer die kip.