Photo credit: ressaure on Visual hunt / CC BY-NC-SA
Chlidonias leucopterus (Temminck 1815: Sterna leucoptera). Eng. white-winged black tern. Ned. witvleugelstern.
Van de Europese sterns is de witvleugelstern ‘s zomers een van de opvallendst getekende: een grotendeels gitzwart lijf, veel wit op vleugels en staart, en rode poten, bovendien contrasteren het zwarte en witte sterk. Temmincks sterna leucoptera was er voor de witte voorvleugel, bij de staande vogel als het ware het centrale element in het beeld (in de vlucht soms ook). Grieks leuko-pteros betekende: met witte vleugels. Vergelijk perkno-pteros bij de aasgier, neophron percnopterus.
Heinrich Schinz heeft in 1815, het jaar waarin Temminck de vogel beschrijft, de eerste kleurtekening ervan, in 'Die Vögel der Schweiz'. Maar schrijft ook: “Herr Temminck ist der erste” (p.265). Als Duitse naam heeft Schinz weißschwingigte meerschwalbe: witvleugelige stern, een vertaling van de naam van Temminck. In 1820 verwíjst Temminck naar de tekening. En schrijft: voorheen verwarde men de witvleugelstern waarschijnlijk vaak met de zwarte stern. De witte vleugel bood uitkomst.
Maar Temminck wás waarschijnlijk niet de eerste. En een enkeling verwarde níet. Aldrovandi 1603 heeft onder larus (niger) fidipes alius, ‘nóg een spleetvoetige (zwarte) meeuw’, een tekening die een volwassen witvleugelstern zomerkleed lijkt te zijn. Hoewel de staart langer is dan de vleugels, is hij wit, zijn ook de vleugels wit, en is de rest van de vogel zwart, ook de rug. In de beschrijving past ook niet alles (zoals vaker in oude teksten) maar ‘de poten roodachtig’ en ‘de vleugels korter dan bij de zwarte stern’, wijst óók al op de witvleugelstern (Savi 1831 zag het, was misschien de eerste). Aldrovandi hééft hem ook als een stern, wat onder andere blijkt uit zijn larus niger, wat bij Gesner 1555 de zwarte stern was, zie bij chlidonias niger.