Photo credit: Frank.Vassen via Visual Hunt / CC BY

Corvus corax Linnaeus 1758. Eng. raven. Ned. raaf.

De beschrijving bij de oude Grieken is duidelijk: Grieks korax was de raaf. Thompson 1936: en ook nu nog heet de raaf er korax, korakas, korkorax. De naam is een klanknabootsing en taalkundigen achten hem verwant met Latijn corvus (waaruit Frans corbeau: raaf) en met de Germaanse groep van Nederlands raaf, Oudhoogduits hraban, Engels raven en Noors ramn. Al de namen, vanaf de Griekse tot en met de Germaanse, gaan terug op het klanknabootsende *kr- dat bij corvus staat. De raaf maakt vele geluiden, maar onder andere het vaak gehoorde ‘krok krok’, ‘korrk korrk’ - waarvan ook Oudnoords korpr een nabootsing was, en ‘kolk’ in officieel Duits kolkrabe, hoewel daarin de schorre R ontbreekt - die er wél weer is in Tsjechisch krkavec, hoewel Holub 1967 de naam verbindt met Tsjechisch krákat: krassen, knarsen, en dan is het wel een klanknaam, maar geen rechtstreekse klanknabootsing: een klanknabootsing via een werkwoord (een werkwoord waarin dan weer wel dat *kr zit).

Isidorus circa 600 weet de etymologie al: “Corvus, sive corax, nomen a sono gutturis habet, quod voce coracinet”, naar het geluid dat hij met zijn keel maakt, hij krast. De Romeinen hadden een werkwoord crocire: krassen (als een raaf), de Grieken hadden krozo: krassen (onder andere: als een kraai), en uit corax ontstond later nog een Latijn coracinare: krassen - vergelijk krassen, krákat, Duits krächzen, Frans croasser, enzovoort. Een deel van de werkwoorden is uit de roep van de raaf vóórtgekomen.

Van krassen was men echter niet bijzonder gecharmeerd, temeer daar de raaf groot en zwart was en aas at. Het kon alleen maar de dood betekenen. En zo stond hij bij velen in een kwaad daglicht, meer dan andere zwarte vogels. Alleen de uilen konden ertegenop, zie bij de ruigpootuil, aegolius funereus.

-

Enkele andere namen voor de raaf (de codes zie op Home):

(U) Corvus major: grote raaf, in Frisch 1733-1763, terwijl de raaf al de grootste van de kraaiachtigen ís. Voor de roek had hij corvus minor, voor de bonte kraai corvus cinereus, mogelijk zag hij bij de Romeinen een algeméén gebruik van corvus, en corvus major kón dan. In Frankrijk is het de officiële naam: grand corbeau, Frans corbeau is hier dan ineens óók een algemene naam - terwijl Buffon 1770-1783 nog schreef: corbeau is door de Nomenclateurs voor allerlei soorten gebruikt, maar door grootte en gedragingen is de raaf zo bijzonder dat ik corbeau teruggeef “à la seule espèce du grand corbeau”, ‘de corvus der Ouden’ (‘grand corbeau’ is hier nog geen náám). In Canada is er giant crow, op Nova Scotia. Daar zit de ondersoort corvus corax principalis, Ridgway 1887, Latijn principalis betekende eerste, voornaamste, keizerlijke, wat ook in mythen tot uitdrukking kwam: in de Noordse mythologie had Odin twee raven, Huginn en Muninn, in de ochtend zond hij ze naar de aarde om na te gaan wat er zoal voorviel, in de avond rapporteerden ze dat. Mogelijk symboliseerden ze zijn wijsheid, maar er is ook geopperd dat misschien een rol speelde dat raven de voedselzoekende mens opmerkzaam maakten op interessant aas. Ze konden in elk geval weinig verkeerds doen, en Odin werd Hrafnaguð genoemd: raafgod. In de mythologie van de Korjaken van noordoostelijk Siberië was er een hoogste Meester die Kujkynnjaku, de raaf, de aarde liet scheppen, en organiseren. Kujkynnjaku zorgde voor alles: de mensen, het weer, succes bij de jacht, enzovoort. En sjamanen van de stam hielpen hem “in his struggle against the negative elements of the universe”, onder andere tegen de boze geesten die mensen ziek maakten (Rey 1984, p.444). In sommige delen van de wereld zag men in de raaf dus juist iets positiefs. Men was onder de indruk van ze.

(G) Canadees sheeps crow, een naam op Nova Scotia. Naast aas pakte hij ook “weak sheep and lambs [...]: hence its own destruction by shepherds and others, and hence again its own consequent shyness and resort to some place of refuge” (Morris 1850-1857, 'A History of British Birds'). Snow 1998 schrijft over de raaf: "Harries sick and injured animals, even species not normally preyed upon" (harry is wat een harrier doet, zie bij het genus circus voor de kiekendieven). In ‘Brehms Tierleben’ deel IV van 1891 staat: “Es unterliegt leider keinem Zweifel, daß der Kolkrabe durch seine Raubsucht sehr schädlich wird und nicht geduldet werden darf. Auch er bringt Nutzen wie die übrigen Feldraben, der Schade aber, den er anrichtet, überwiegt alle Wohlthaten. Deshalb ist es auffallend genug, daß dieser Vogel von einzelnen Völkerschaften geliebt und verehrt wird” (p.432).

(V) Corvus montanus, bergraaf, een naam in Brehm 1831 (p.165): “Er bewohnt die deutschen Alpen” (hij weet dat elders in Duitsland ook raven voorkomen: die geeft hij ándere namen). Oostenrijks jochrabe, Joch is bergpas (in het Zwitserse kanton Graubünden zijn raven tot op 2400 meter aangetroffen). In de tijd van Brehm broedde de raaf nog in heel Duitsland. Later leidde vervolging tot grote afname en een deel van de raven zocht een toevlucht in de Alpen. Door beschermende maatregelen begon rond 1950 herstel.