Kerkuil, A. Thorburn. Photo credit: BioDivLibrary via Visual Hunt / CC BY

Strix Linnaeus 1758

In de ornithologie gebruikte men Latijn strix heel lang voor alle Europese uilen, in het huidige genus zitten er maar drie (wereldwijd meer). Het algemene zit nu het duidelijkst in Strigidae, de naam van de familie der Uilen, maar daarin zit dan weer niet de kerkuil, waarvoor strix bij de Romeinen waarschijnlijk een naam was (men schreef: hij vliegt ’s nachts, heeft bleke veren, een ijselijke schreeuw en zit op daken; Capponi 1979: dat zal de kerkuil zijn geweest; in Italië bestaat er nog steeds strige voor). In de Oudheid was strix ook een spookachtig wezen dat ‘s nachts bloed uit kinderen zoog. En strix, de vogel, stond voor onheil, zie dat thema bij aegolius funereus. De kerkuil zit in een eigen familie, de Tytonidae, Kerkuilen.

Grieks strix wordt vaak als de oorsprong gezien. Die naam leidde men af van Grieks trizo: piepen. Lederer 2014 heeft het over “utter shrill sounds” (p.196) en dat past. Coomans 1947: de naam betekent sisser. Latijn strix leidde men meestal af van stridere: sissen, wat dus hetzelfde oplevert. De Romeinse dichter Ovidius schreef dat de vogel zo heette omdat hij ‘s nachts een afgrijselijk geluid maakt (“nominis hujus causa, quod horrenda stridere nocte solent”). Maar Beekes 2010 schrijft over Grieks strix, waarbij ook een nasale vorm stringx hoorde: men verbónd wel vaak met Grieks trizo, maar stringx duidt er misschien op dat de naam vóór-Grieks is. Een betekenis is dan niet zomaar duidelijk.

De Italiaanse etymologe Rosa Ronzitti stelt in een artikel op Internet (“L’etimologia di latino strix fra indoeuropeistica e romanistica”, 2010?) dat het heel anders zit: een Griekse origine van strix hoeft niet te worden verondersteld, waarschijnlijker is dat de Grieken strix uit het Latijn hadden (of de twee ontstonden los van elkaar). Latijn strix moet uit het Latijn worden verklaard.

Door de D in stridere valt dáármee niet goed te verbinden. Wel met stringere, een werkwoord met de uiteenlopende betekenissen dichtknijpen en verscheuren. Op taalkundige gronden komt Ronzitti tot strix 'vogel die verscheurt'. Ze vergelijkt met roofvogelnamen.

In een schuur waar een kerkuil broedde kon men dat verscheuren zien. Maar er is nóg een verklaring mogelijk: in stringere zit ook de betekenis ‘rakelings langsscheren’. De kerkuil vliegt soms dicht over de grond en maakte altijd indruk door in het donker als een lichte schim geruisloos op te doemen, vaak schrok men ervan. Ook dit kan tot de naam hebben geleid.