Photo by birdsaspoetry on VisualHunt.com / CC BY-NC-SA
Milvus migrans (Boddaert 1783: Falco migrans). Eng. black kite. Ned. zwarte wouw.
Migrans is een vorm bij Latijn migrare: verhuizen, wegtrekken, enzovoort, en milvus migrans is dan: trekkende wouw. Van de twee echte wouwen (de grijze, elanus caeruleus, is een ander type vogel) is de zwarte een trekvogel - de rode, milvus milvus, een standvogel, in délen van Europa althans. Belon 1555 weet dit al: “Le Milan noir est oyseau de passage”, ‘de zwarte wouw is een trekvogel’ (p.129). Buffon 1770-1783 schrijft het ook: ‘er is naast de rode wouw een milan noir, maar die trekt’. Boddaert weet van de soort door de opmerkingen bij Buffon. En geholpen door de fraaie tekening van François-Nicolas Martinet, tekenaar voor Buffon, kan hij vaststellen dat het echt een andere is dan de rode wouw.
Op een heuvel aan de Bosporus zíet Belon ze trekken, eind april. “Nous estions sur la fin du mois d’Avril au rivage du Pont Euxin, du costé de Thrace, sur la plus haulte coline” (p.131); Pontus Euxinus was bij de Romeinen de Zwarte Zee, naar het Griekse Pontos Euxeinos. Belon verbaast zich over de aantallen (“si grandes compagnies qu’en avons prins grand merveille”). De Grieken wisten het trouwens ook al. Over de iktinos (waarschijnlijk de zwarte wouw, zie bij milvus) schrijft de Griekse dichter Aristophanes dat zijn komst de lente aankondigt. Kraak 1940 schrijft dat men hem “als lente-bode kende en [dat] de boer zijn komst begroette met een vruchtbaarheidsritus” (p.70). Wouwen - zwarte wouwen nog het meest - kwamen veel in steden en dorpen voor, op zoek naar afval, en de mensen waardeerden die ‘dienst’ (maar zie ook 'dief' verderop).
-
Enkele andere namen voor de zwarte wouw (de codes zie op Home):
(U) Officieel Roemeens gaia neagră: zwarte wouw, maar men gebruikt ook gaia bruna: bruine wouw (gaia is volgens Desfayes 1998 een klanknaam) (te relateren aan gaai voor garrulus glandarius?). Echt zwart is de zwarte wouw niet, wel zwartbruin. Evengoed hebben veel landen als officiële naam ‘zwarte wouw’. Mogelijk gaat het terug op milan noir van Belon zie hogerop. Nederland had als officiële naam ooit zwartbruine wouw.
(G) Hindi cheel, tsjiel, een nabootsing van de fluitende roep, in Svensson 2010 gegeven als pie-i-i-i-i. In diverse landen van Europa kreeg hij er óók namen voor.
(G) Accipiter korschun, in Gmelin 1771, maar afgekeurd omdat beschrijving en tekening niet de zwarte wouw leken te zijn (evengoed werd de naam, in de vorm milvus korschun, vaak als de officiële gebruikt). Gmelin was in Rusland en latiniseerde Russisch korsjoen: wouw, volgens één interpretatie ontleend aan een naam uit de Turkse talen die met aas eten te maken had, volgens een andere mogelijk te verbinden met Avestisch karš-: wegslepen, en dan zou het gaan om ‘dief’ (vergelijk bij milvus milvus Frans écoufle en bij het genus circus de dief in Nederlands kiekendief).
(V) Zwitserduits seegyr: meergier, omdat ze, frequenter dan rode wouwen, bij water leven.