Photo credit: GRIDArendal via VisualHunt.com / CC BY-NC-SA
Dendrocopos leucotos (Bechstein 1803: Picus leucotos). Eng. white-backed woodpecker. Ned. witrugspecht.
Gezien Grieks leukotes, witheid, zou je picus leucotos als ‘witte specht’ kunnen opvatten, taalkundig echter kan het niet, vogelkundig ook niet. Jobling 1991 en Wember 2007 maken er vervolgens witgeóórde specht van (Grieks leukos: wit, Grieks ous: oor, tweede naamval otos). Bechstein bedoelde iets heel anders: witgerugd, leuconotos. Als enige van de (rood)bonte spechten heeft de witrugspecht een witte onderrug, de ondersoort leucotos althans, de ondersoort lilfordi heeft een gebandeerde. Grieks voor rug was noton, ook notos: waarschijnlijk voegde Bechstein leukos en notos foutief samen. In 1805 herstelt hij de fout, heeft de vogel in de index als picus leuconotos, in de tekst als picus leuconotus. Geen opmerking over de fout. Wel: “der Mittelrücken bis an den Schwanz weiß” (p.1034).
Linnaeus 1758 had de soort al kunnen hebben: zijn leermeester Rudbeck (1660-1740), de eerste die de vogel had, maakte kleurplaten van een mannetje en een vrouwtje. Linnaeus even niet bij de les? Maar het kan ook zijn dat hij dacht dat de middelste bonte specht, dendrocopos medius, en deze van Rudbeck, dezelfde waren.