H. Grönvold. Photo credit: Internet Archive Book Images via Visual Hunt / No known copyright restrictions

Acrocephalus paludicola (Vieillot 1817: Sylvia paludicola). Eng. aquatic warbler. Ned. waterrietzanger.

Zoals in acrocephalus agricola voor de veldrietzanger agricola ‘veldbewoner’ betekent, zo betekent paludicola ‘moerasbewoner’ (Latijn palus: moeras, Latijn -cola: bewoner). De waterrietzanger broedt in zeggemoerassen.

Bij zijn 'moerasgrasmus' opent Vieillot met: “La Fauvette de marais, Sylvia paludicola, Vieill.; Sylvia salicaria Meyer” (XI-202). Aangezien hij een eerdere schrijver noemt, Meyer 1810, dacht Vieillot niet dat hij een nieuwe soort beschreef. Maar Meyer had niet de lichte middenkruinstreep die de vogel onderscheidt van de sterk gelijkende rietzanger, acrocephalus schoenobaenus (en ook niet de vlekjes op de stuit, wel de streepjes op borst en flanken). Vieillot had de gelige kruinstreep wél.

Meyer had sylvia salicaria van Bechstein 1807 (Latijn salix: wilg, salictum: wilgenbos, salictarius: 'van de wilgen', zo men wil: wilgenbewoner). Bechstein had de streep, en gaf de stuit als “lohgelb, schwärzlich gestrichelt” (p.628). Maar sylvia salicaria was een ‘beladen’ naam, onder andere door motacilla salicaria van Linnaeus 1758, waarbij wel eens aan de rietzanger was gedacht, maar de determinatie was verre van zeker. Door de vage omschrijving werd het een van de meest bediscussieerde namen in de ornithologie (in 1881 vat Seebohm het zo samen: motacilla salicaria is “a name which has been transferred from one species to another, until it has long ago ceased to have any definite meaning or any scientific value”, p.89). Vieillot vond salicaria inhóudelijk correct, ‘maar omdat de naam al aan twee heel andere soorten gegeven is, heb ik, om vergissingen te voorkomen, een andere gekozen’, paludicola. De ornithologische gemeenschap was het snel met hem eens.

Naumann 1797 lijkt de waterrietzanger als eerste te hebben gehad, onder gelbgestreifter rohrschirf, geelgestreepte rietmus, in 'Naturgeschichte der Land- und Wasser-Vögel des nördlichen Deutschlands und angränzender Länder'. In boeken kon hij er niets over vinden en zo noemt hij hem naar de drie gelige strepen, mogelijk vooral naar de kruinstreep: “Ueber dem Kopf geht eine hell okergelbe Streife [...]; diese Streife schließt von beiden Seiten eine schwarze ein, und unter diesen geht über die Augen ein schmal hellgelbes Rändchen” (p.229). Een wetenschappelijke naam gaf hij niet.

Engels aquatic warbler en Nederlands waterrietzanger zijn van oorsprong geen namen voor de waterrietzanger (die ook geen typische watervogel is). De namen zijn een gevolg van de verwarring die er bij de zo op elkaar lijkende riet- en krekelzangers vaak was. Het begint bij Latham 1783 die aquatic warbler geeft voor een niet te bepalen soort bij Scopoli: sylvia schoenobaenus. Waarschijnlijk bedacht hij de Engelse naam door het Griekse schoinos daarin: bies, ook riet, vergelijk bij acrocephalus schoenobaenus. Gmelin 1789 maakt van Lathams ‘waterzanger’ vervolgens motacilla aquatica, Latham zelf maakt er in 1790 sylvia aquatica van. Temminck 1815 neemt de laatste over, maar heeft er de waterrietzanger onder, en zo wordt het hiervoor een naam.