Vrouwtje. Photo credit: Alan Shearman via VisualHunt / CC BY-NC-SA
Falco vespertinus Linnaeus 1766. Eng. red-footed falcon. Ned. roodpootvalk.
Falco vespertinus betekent avondvalk (Latijn vesper: avond). Rond 1900 héétte hij in Nederland daardoor ook avondvalk, wat in sommige landen nog steeds het naamtype is: Zweeds aftonfalk, of Bulgaars vetsjerna vetroesjka, vetsjer waarschijnlijk verwant met vesper. Roodpootvalken zijn vooral in de schemering aktief. Ze vliegen in groepjes, soms hoog, soms laag, soms in snelle glijvluchten, dan weer golvend. Ze achtervolgen elkaar ook. En jagen op insecten, hun hoofdvoedsel.
Linnaeus weet van de vogel door Georg de Demidoff, die hem uit Sint Petersburg de beschrijving van een mannetje doet toekomen. Daardoor weet hij ook: “Habitat in Ingria, Kobez dictus, vespera et noctu volitans” (p.129), de vogel leeft in Ingria (een oude naam voor de regio Sint Petersburg, wat nog een Engels ingrian falcon opleverde), heet kobez (tegenwoordig kobtsjik, zie verderop), en vliegt ‘s avonds en ‘s nachts heen en weer (soms gaat het vliegen inderdaad door, ook al is het donker). Opvallend is dat Linnaeus niet kiest voor volare, vliegen, maar voor volitare, heen en weer vliegen: misschien betekent dit dat hij van Georg de Demidoff correcte informatie kreeg.
Buffon 1770 heeft de roodpootvalk ook, maar denkt dat het een variëteit is van de boomvalk, falco subbuteo, vindt hem wel bijzonder en laat hem afbeelden (een mannetje). Ook schrijft hij: de boomvalk en de variëteit “se trouvent de même en France”, zitten beide in Frankrijk (p.138). Broeden? Trek? Rond 1700 staat de roodpootvalk in elk geval op ‘The Parliament of Birds’, een schilderij van Karl Wilhelm de Hamilton (1668-1754). Hij werkte vooral in Duitsland, wat een en ander misschien verklaart: daar broedde de vogel soms. Nog ouder is een kleurtekening van een mannetje bij Boëtius/Verhulst circa 1600 (collectie Rijksmuseum). En dan is er bij Charles d’Arcussia, in zijn ‘La Fauconnerie’ van 1617, een mannetje onder een eenvoudig Frans falquet: valkje (in de boeken was er nog geen naam). De vogel werd getoond aan het hof van Lodewijk XIII. Niemand kende hem, maar Monsieur de la Romagne zei tegen de koning dat hij “ne prenoit que des mouches”, alleen vliegen at (p.23 van het toegevoegde stuk ‘Conférence des Fauconniers’). In Russische bronnen zit mogelijk nog een ouder weten van hun bestaan.
-
Enkele andere namen voor de roodpootvalk (de codes zie op Home):
(U) Falco rufipes, in Beseke 1792, ‘Beytrag zur Naturgeschichte der Vögel Kurlands’ (p.20). Hij geeft hem voor de oranjerode poten: “Wegen der auffallend rothen Füße nenne ich diesen Falken den Rothfuß F. rufipes” (Latijn rufus: roodbruin, pes: poot). De naam werd veel gebruikt, gaf ook red-footed falcon en roodpootvalk van hogerop, en vele meer.
(G) Zuid-Tirools zullenfalk, een naam in het Sarntal (zull is meikever). In Duitsland zijn geïsoleerde broedgevallen geweest: zuidelijker daarvan dan ook? Of men zag ze in Tirol op de trek: de meikever vliegt vooral in mei-juni, de terugkeer van de roodpootvalken is van “mid-April to mid-May” (Snow 1998). Zuid-Italiaans moscardo, vrij vertaald: vliegenvanger (mosca is vlieg), een naam dan voor de insecten waarop ze jagen, breder dan 'meikever'. Vergelijk de vliegen hogerop.
(?) De officiële Italiaanse naam is falco cuculo, iets heel anders dan wat andere landen aan naam hebben: de ‘koekoek’ omdat men ze zag trekken als de koekoeken terugkeerden? In ‘Brehms Tierleben’ 1890-1893 (IV-579) staat in ieder geval: “In der römischen Campagna [= rond Rome] bemerkt man ihn während des Zuges bisweilen in sehr zahlreichen Scharen” (Snow geeft hetzelfde: ‘considerable numbers’).
(?) Russisch kobtsjik, een naam met vele varianten, zit bovendien bij divérse roofvogels, maakt daardoor de indruk een algemene te zijn, of geworden te zijn (bij het genus accipiter staan ook nog andere algemene). Er zijn diverse etymologieën voorgesteld, onder andere een waarbij met havik verbonden werd, maar een helemaal overtuigend idee is er nog niet (zie ook Russisch skopa bij de visarend, pandion haliaetus). In Frankrijk heet de roodpootvalk faucon kobez, voor kobez zie bij Linnaeus hogerop, de naam was een van die varianten of is van een daarvan afgeleid.