Photo credit: by Sumanta Pramanick via Visualhunt.com / CC BY-NC-SA

Xenus cinereus (Güldenstädt 1775: Scolopax cinerea). Eng. terek sandpiper. Ned. terekruiter.

Güldenstädt, een van de eerste ornithologen die het gebied van de Kaukasus verkende, ontdekt er in 1771 bij de monding van de Terek de terekruiter, zie ook bij xenus. Hij schrijft: “Tota avis supra cinerea”, ‘De hele vogel bovenop asgrijs’ (p.474). Onderop is hij grotendeels wit.

Door zijn opgewipte snavel noemt Pallas hem in 1811 limosa recurvirostra, vergelijk het genus van de kluut, recurvirostra: krombek. Pallas schrijft ook dat Daniel Messerschmidt de vogel als éérste had, en hem limosa recurvirostra minor noemde. Messerschmidt (zie ook bij cecropis daurica) was in de jaren 1720-1727 op expeditie in Siberië, de naam stond in een van zijn manuscripten (veel moest hij afstaan of ging verloren). Wat Pallas als beschrijving citeert, lijkt inderdaad de terekruiter. Messerschmidt schreef ook dat Siberische Samojeden de vogel morodunka noemden, tegenwoordig is dit de officiële Russische naam voor de soort.