Photo credit: stfbfc via VisualHunt.com / CC BY-ND

Xenus Kaup 1829

Waarom zet je een vogel, hier de terekruiter, in een genus dat vreemdeling betekent? (Grieks xenos: vreemdeling). Eigenhuis 2004 denkt dat Kaup doortrekker bedoelde. Aan de monding van de Terek, waar Güldenstädt de terekruiter ontdekt, zie ook bij de soort, xenus cinereus, zou hij ‘slechts een vreemdeling, lees doortrekker’ zijn. De Terek is een in de Kaspische Zee uitmondende rivier ten noordoosten van de Kaukasus. De vogel trekt daar door. Maar: Güldenstädt schreef dat de vogel er broedde .. (misschien niet onmogelijk toen).

Kaup las naast Güldenstädt vrij zeker ook Pallas 1811, die de terekruiter voor Siberië beschreef, maar ook daar staat niets wat je op het idee van vreemdeling zou kunnen brengen. ‘Vreemdeling’ werd lang geleden wel gebruikt, maar voor vogels die van verre kwámen, of waarvan men niet wíst waar ze zaten (enzovoort).

Bedoelde Kaup dan het bijvoeglijk naamwoord xenos, in de betekenis ongewoon, bevreemdend? Met zijn opgewipte snavel (Güldenstädt gaf een tekening) vond men de nieuwe steltloper ‘vreemd’, en met xenus kon Kaup dan ‘de vreemde’ hebben bedoeld. Maar bij xenos (Kaup refereert aan dat Griekse woord) geeft hij als Duits woord Fremdling, het zelfstandig naamwoord dus.

Bij de índeling van de nieuwe steltloper gaf het ‘rare’ ook een probleem (vergelijk bij xema, het genus van de vorkstaartmeeuw). Met Engels terek avoset, vanwege die opgewipte snavel, zet Pennant 1785 de terekruiter bij de kluten (avoset uit avosetta, zie bij recurvirostra avosetta), maar even later zet Latham 1785 hem met terek snipe bij de ‘gewone’ steltlopers. Güldenstädt had het al geschreven: ‘hij zit tussen de genera scolopax en recurvirostra in’ (scolopax toen: snippen, grutto’s, ruiters, enzovoort, recurvirostra de kluut). En met xenus bedoelde Kaup dan misschien: een vréémdeling tussen al die vogels (‘een vreemde eend in de bijt’), een vogel die wel een steltloper is, maar die in geen van beide genera past. En dan maak je er een eigen genus voor.