Audubon. Photo credit: Internet Archive Book Images via Visualhunt

Sterna sandvicensis Latham 1787. Eng. sandwich tern. Ned. grote stern.

Sandvicensis slaat op het in oostelijk Kent gelegen Sandwich, Zandwijk. In 1784 stuurt William Boys, een lokaal historicus, exemplaren van daar aangetroffen vogels naar Latham, waaronder de grote stern. In 1785 noemt Latham hem sandwich tern, in 1787 sterna sandvicensis - in 1790 sterna boysii.

Iets eerder stond de vogel bij Albin 1734, mét de eerste kleurtekening, en met Engels greater sea swallow als naam - wat in Nederland na 1800 groote zeezwaluw oplevert - voor ‘zeezwaluw’ zie bij de visdief, sterna hirundo. Albin ontving een exemplaar uit het graafschap Essex.

Geografische aanduidingen kunnen zinvol zijn, of refereren aan historie, maar een soort komt vaak in een veel groter gebied voor dan de naam suggereert, of een populatie verplaatst zich. Bij Sandwich broedt de grote stern niet meer. Beter was al sterna cantiaca, een naam van Gmelin 1789: in Kent (Cantium) broedt hij nog steeds.

De ‘sandwich’, de belegde dubbele boterham, komt óók van Sandwich. John Montagu (1718-1792), de vierde graaf van Sandwich, zat graag aan de speeltafel en om er niet vandaan te hoeven liet hij belegde boterhammen komen. En zo werd ‘de Sandwich’ populair. Naar deze graaf zijn ook nog de Sandwich-eilanden genoemd, die nu de Hawaï-eilanden heten. En naar díe Sandwiches is later branta sandvicensis genoemd, de Hawaï-gans.

-

Enkele andere namen voor de grote stern (de codes zie op Home):

(U) Pools rybitwa czubata: gekuifde stern, Pools czub betekent kuif, voor rybitwa zie onder visdief bij sterna hirundo.

(U) Catalaans xatrac bec-llarg: langsnavelstern, xatrac is de Catalaanse naam voor de sterns in Sterna, die in Chlidonias heten er fumarell: de gerookte, xatrac wordt gezien als een klanknabootsing, zoals ook Catalaans bitxac voor paapje en roodborsttapuit; bij de tapuiten zitten allerlei namen van dit type, voor hun wie-tek, bij xatrac was het misschien het kewèk van de lachstern dat de naam gaf, of een van de geluiden van de grote stern (beide soorten zijn langs de Catalaanse kust te horen). Zie ook kaugek verderop.

(G) Noordduits (Oostfries) kierriet, een naam op de Duitse Waddeneilanden Juist en Norderney, voor hun kirrik.

(V) Noordfries heafbakker, heaf is gelijk aan Zweeds hav: zee, voor bakker zie bëkker bij de noordse stern, sterna paradisaea, het is een van de varianten daarop.

(?) Texels kaugek - het lijkt een klanknabootsing, maar dat past niet bij de grote stern - wel bij de lachstern, gelochelidon nilotica, bij hun kewèk. Door Temminck is de naam terechtgekomen in de huidige Franse naam voor de grote stern: sterne caugek. De naam lijkt op kauax, kauex bij de oude Grieken, waarin taalkundigen een klanknaam zien, zoals ook in een aantal andere namen en woorden die met kau- beginnen, maar de vógel werd vergeleken met een zwaluw, en dan zit je in Griekenland bij de visdief. Bij Homerus was er de variant kex, zie bij sterna hirundo, en er was ook kéux, en zo komt ook Arnott 2007 op de visdief, waarschijnlijk was het een naam voor hun kikikik. Ernout 1959, die kex niet noemt, zette kauax bij de groep van Latijn caurire: schreeuwen, Oudindisch káuti: hij schreeuwt. Schreeuwer dan? Maar Chantraine 1968, die kex wél noemt, merkt op: ‘omdat de naam zo varieert, moet het wel een onomatopee zijn’ en komt hij niet van een werkwoord. Als kex - kauax inderdaad een groep is, waren alle waarschijnlijk namen voor de visdief, of op z’n minst primair namen voor de visdief, en is kauax niet te relateren aan kaugek, was dit misschien wél de lachstern.