Photo credit: trebol_a on VisualHunt.com / CC BY-NC-SA

Sylvia cantillans (Pallas 1764: Motacilla cantillans). Eng. subalpine warbler. Ned. baardgrasmus.

Cantillans hoort bij Middeleeuws Latijn cantillare, een werkwoord dat met verkleinend -ill- gevormd is bij Latijn cantare, zingen, en dát werkwoord gaat uiteindelijk terug op Latijn canere: zingen (vergelijk canorus bij de koekoek, cuculus canorus). Gezien de verkleining ging het om zacht zingen, vergelijk huidig Italiaans cantillare: neuriën, zacht zingen. En cantillans is dan: zacht zingend. In de ornithologie werd cantill- niet voor niets soms gecombineerd met de woorden ‘aangenaam’ of ‘zoet’. Zo schrijft Aldrovandi 1600 over de cannevarola, een kleine zangvogel: “Tota die in cannabe dulciter cantillat”, ‘zingt de hele dag lieflijk in de hennep’ (p.754).

De zang van de baardgrasmus is typisch grasmusachtig, dat is: enigszins rauw kwetterend. Maar Snow 1998 schrijft ook: is “more sustained and more musical” dan die van de grasmus, sylvia communis. Precies wat de Italiaan Paolo Savi in 1827 al schreef: “Il verso della Sterpazzolina somiglia un poco quello della Sterpazzola, ma la sua voce è più dolce”: zijn zang lijkt op die van de grasmus, maar is zachter/lieflijker/aangenamer (p.262).

Maar wat wist Pallas over deze zuidelijke soort: in 1764 zat hij in Nederland. Strikt genomen is motacilla cantillans een naam van Arnout Vosmaer (zie bij Pallas 1764 in de Literatuur) en deze reisde ooit door Italië. Hoorde hij hem daar? Of hoorde hij er wat Savi later opschreef, wat men in Italië van hem vónd? Of nam hij uit Italië een opgezet exemplaar mee, kwam dat in de verzameling van Vroeg terecht, en kwam Vosmaer, zoekend in Aldrovandi, dat zinnetje tegen, en dacht hij dat het van toepassing was? In de catalogus schreef Vroeg bij de vogel in ieder geval: “Uit Italië”. Het is de enige plaats in Pallas 1764 waar de lokatie voorzien is van het woordje ‘uit’. Misschien was het dan dat zinnetje.

Opvallend: in de huidige wetenschappelijke namen van de grasmussen is alleen de baardgrasmus naar het geluid benoemd (zie wel ouder sylvia orphea bij de orpheusgrasmus, sylvia hortensis, en zo waren er ooit méér). In de volksnamen zijn ook enkele andere grasmussen naar hun geluid benoemd. Maar dan ging het nogal eens om hun gekwetter.

-

Enkele andere namen voor de baardgrasmus (de codes zie op Home):

(U) N baardgrasmus, waarschijnlijk een vertaling van Duits bartgrasmücke, deze naam wellicht geïnspireerd op curruca albistriata, de weißgestreifte grasmücke van Brehm 1855, wat later de zuidoostelijke ondersoort albistriata werd. Deze had de witte baardstreep duidelijker dan de nominaat cantillans (Latijn striatus: gestreept, zie ook bij muscicapa striata).

(G) Corsicaans scrizola, opgetekend door Jourdain in ‘Notes on the Ornithology of Corsica’, in de Ibis van 1911. De op Corsica voorkomende subalpina, zie hieronder, heeft een andere roep dan cantillans: het is 'sirrr' (cantillans: 'tsett'), en ook de zang is anders: 'more high-pitched and scratchy', en scrizola zal dan een naam voor roep of zang zijn, of misschien voor beide (vergelijk Italiaans scricciolo bij de winterkoning, troglodytes troglodytes).

(V) E subalpine warbler, door sylvia subalpina in Temminck 1820, maar Latijn subalpinus is (Pitiscus 1738): “Die onder aan de Alpes woont”, aan de voet van de bergen, en daar komt hij niet voor. Temminck schreef: ‘men vond er een bij Turijn, en andere zijn in de omgeving van Genua gezien’ (p.215). Die voet is dan wel wat breed - óf hij bedoelde Latijn cisalpinus: "aan déze zijde der Alpische gebergten", vanuit Rome gezien, en dat was het gebied ten zuiden van de Alpen, en daar vond men hem .. Lang was subalpina een ondersoort van cantillans, tegenwoordig ziet men er een soort in, onder andere door de roep, zie bij scrizola. De Engelse naam van de nieuwe soort is moltoni’s warbler: in 1937 was hij met sylvia cantillans moltonii benoemd naar de Italiaanse ornitholoog Edgardo Moltoni (1896-1980). Voor cantillans zitten de Engelsen nu wel met een naam die bij een inmiddels andere soort hoort .. Na 2013 overigens is de hele soort ‘Sylvia cantillans’ opgesplitst in twee nieuwe soorten: de westelijke baardgrasmus (Sylvia iberiae) en de balkanbaardgrasmus (Sylvia cantillans). De hogerop genoemde ondersoort albistriata is opgegaan in nieuwe soort Sylvia cantillans ..