J. G. Keulemans, zwarte mees. Photo credit: BioDivLibrary via VisualHunt / CC BY

Periparus De Selys Longchamps 1884

Op grond van DNA-analyses zijn rond 2000 diverse mezen uit het genus parus gehaald en in periparus, lophophanes, cyanistes of poecile geplaatst. Periparus zou ‘rondom de mees’ kunnen betekenen, maar dat klinkt vreemd (peri is rondom, ook bovenmatig, zie bij het genus perisoreus) (Middeleeuws Latijn parus is mees, zie dat genus). Waarschijnlijk bedoelde De Selys Longchamps ‘mees, maar niet de gewone’, de koolmees, waarmee hij namelijk vergelijkt. In periparus plaatst hij zwartkopmezen met een lichte vlek op het achterhoofd, terwijl een zwarte keelvlek “s’arrête brusquement à la poitrine”, ‘plotseling ophoudt op de borst’ (p.60), niet doorloopt op de buik, zoals bij de koolmees. Al dan niet een kuif vindt hij voor zijn genus niet van belang en zo heeft hij er ook drie Aziatische mét kuif in, mezen die anderen in lophophanes hadden. ‘Ze hebben een lichte achterhoofdsvlek, zoals de zwarte mees’ (het ‘type’ van zijn genus).