G. Rankin. Photo credit: Internet Archive Book Images via VisualHunt
Certhia Linnaeus 1758
Aristoteles had een vogel kerthios: klein en onverschrokken, leeft rondom bomen, heeft een heldere stem en eet houtwormen (misschien was het algemenere ‘insecten’ bedoeld). Thompson 1936: “The description [...] suggests the Tree Creeper” (p.138), maar de boomklever past ook. Gaza 1476 latiniseert tot certhius, maar Turner 1544, Gesner 1555 en Belon 1555 kiezen de vrouwelijke vorm certhia en Linnaeus neemt dit over.
Naast de kerthios had Aristoteles ook nog de knipologos, vrij vertaald insectenpikker: klein, grauw, gevlekt, pikt in het hout, heeft een zwakke roep. Ook bij deze kan men, onder andere door ‘pikt in het hout’, aan een boomkruiper denken.
Heldere versus zwakke stem zóu kunnen duiden op boomklever versus (taiga)boomkruiper. Pollard 1977 denkt aan boomkruiper versus taigaboomkruiper: kerthios de boomkruiper, knipologos de taigaboomkruiper - maar bij de oude Grieken veronderstelt dit wat zelfs 19e eeuwse ornithologen nauwelijks lukte en ook huidige vogelaars vaak niet: de twee onderscheiden, zie ook bij certhia brachydactyla. Arnott 2007 heeft een derde en misschien wel betere mogelijkheid: beide namen waren er waarschijnlijk voor de boomkruipers, zonder dat men ze onderscheidde, maar Aristoteles had bij kerthios toevallig de roep van de boomkruiper, bij knipologos toevallig die van de taigaboomkruiper.
Een etymologie van kerthios is er niet. Wel is er Grieks keiro: scheren, afsnijden, afhouwen, en kerthios zou dan (toch) de boomklever kunnen zijn, sitta europaea, vergelijk bij die soort Engels nuthatch: noothakker, voor hoe hij noten openhamert (en ook boomschors loswrikt). Maar voor de boomklever hád Aristoteles waarschijnlijk sitte, zie bij sitta.
Beslissend is dat Turner kerthios met een boomkruiper identificeert: “Avis est quaedam, quam Angli creperam, id est reptitatricem nominant, quod super arbores semper repat, quam certhiam esse credo”, de Engelsen noemen een vogel crepera [latinisering van Engels creeper] en hij heet zo omdat hij steeds tegen bomen opkruipt, ‘en volgens mij is dit certhia’. Later denken Gesner en Belon dit ook en zo komt certhia er terecht. In Engeland zit de taigaboomkruiper, certhia familiaris.