Photo credit: ferran pestaña via Visual hunt / CC BY-SA

Glareola pratincola (Linnaeus 1766: Hirundo pratincola). Eng. collared pratincole. Ned. vorkstaartplevier.

De vorkstaartplevier is een ‘weidenbewoner’ (Latijn pratum: weide, gras, incola: bewoner). Hij broedt in uitgestrekte vlakke gebieden met lage begroeiing, vaak bij water. Soms zijn dat graslanden, zie ook bij glareola. Pratincola werd ook nog een génus, gebruikt voor paapje en roodborsttapuit.

Linnaeus heeft de naam van Kramer 1756. Deze noemt de vogel pratincola, zonder hirundo, zwaluw, zoals het later bij Linnaeus staat, wel plaatst hij de vogel direct ná de zwaluwen. Kramer, die in psittacula krameri voor de halsbandparkiet terechtgekomen is, schreef over flora en fauna van het laaggelegen Noordoosten van Oostenrijk. Hij ontdekt de vogel ‘op de zeer uitgestrekte weiden voorbij Leytaepontus’, Bruck an der Leitha, gelegen tussen Wenen en de Neusiedler See (“Habitat in pratis vastissimis ultra Leytaepontum”, p.381).

Aldrovandi 1600 heeft de vorkstaartplevier als eerste, mét een tekening en met een al langer bestaande naam: “Aucupes nostri”, ‘Onze [Noord-Italiaanse] vogelvangers’, noemen hem hirundo marina, zeezwaluw, omdat hij op een zwaluw lijkt (p.696). Zwaluw zit ook bij de steppenvorkstaartplevier, in stepnoj strizj: steppen-gierzwaluw, een oude Russische naam. Bij de sterns paste het ook: een oude naam ervoor is zeezwaluw, later hirundo marina geworden, zie bij de visdief, sterna hirundo. Voor die van Aldrovandi zie ook verderop.

Linnaeus 1766 neemt hirundo over, en zet de vogel daardoor bij de zwaluwen en gierzwaluwen, die bij hem één groep zijn, maar hij twijfelt toch ook, en voegt toe dat hij tussen de zwaluwen en de steltlopers in zit (“Media quasi inter Hirundines et Grallas”, p.345). In een volgende publicatie, zo bleek volgens Newton 1893-1896 uit aantekeningen van Linnaeus, zou hij de vogel uít hirundo hebben willen halen en via een genus pratincola bij de steltlopers hebben willen onderbrengen. In 1766 negeerde Linnaeus nog dat Brisson dit in 1760 al had gedaan, via het genus glareola, zie aldaar.

-

Enkele andere namen voor de vorkstaartplevier (de codes zie op Home):

(U) N vorkstaartplevier, voor de gevorkte staart à la de visdief of de boerenzwaluw.

(U) E collared pratincole, collar betekent halsband. De naam is ontleend aan glareola torquata van Meyer 1810, torquatus is: van een halsband voorzien. Meyer: de keel is “mit einem schmalen, unter der Mitte der Augen anfangenden schwarzen Bande eingefaßt” (p.404). Het is een wat ongebruikelijke halsband, maar hij wilde het blijkbaar zo noemen.

(X) Officieel Italiaans pernice di mare: zeepatrijs, waarschijnlijk ontleend aan Frans perdrix de mer in Brisson 1760 (die geen uitleg geeft). Buffon 1770-1783: het is ‘très-improprement’, dat patrijs hier. Geopperd zijn de vorm van de snavel en hoe ze lopen. In ieder geval zal ‘patrijs’ weerspiegelen dat men het lastig vond deze wat ‘vreemde vogel’ te plaatsen. Voor de zee, die óók niet past, opperde Naumann 1838 'zich verzamelen bij de zee om deze over te steken', maar Snow 1998 schrijft: op de trek worden er weinig gezien, waarschijnlijk gaat het om “unbroken flights into Africa”. Brisson schrijft evengoed: je vindt ze aan oevers van de zee, van rivieren, enzovoort. Concludeerde hij dat door hogerop genoemd hirundo marina van Aldrovandi, zeezwaluw? Maar zit daar de zee? Of bedoelde men ‘stern’, zeezwaluw, vergeléék men met een stern? Maar Aldrovandi zégt dat niet, zegt alleen dat men aan ‘zwaluw’ dacht. Misschien is hirundo marina hier ‘vreemde zwaluw’, zie Italiaans marino bij petronia petronia. Mogelijk vertellen zee en patrijs samen hoe vreemd men de vogel vond, vergelijk hogerop hoe Linnaeus ermee worstelde.

(?) Spaans canastera, mandenmaakster, vergelijk canastero voor Zuid-Amerikaanse zangvogels uit het genus Asthenes, die een koepelvormig nest maken, een ‘mandje’. Volgens Cabard 1995 is ook canastera een naam voor het nest, voor de stokjes enzovoort waarmee ze het nest omringen, maar boeken géven dit niet, de vogel legt de eieren gewoon op de grond. Is het dan een naam voor de andersgekleurde keel, omringd met een ‘halsband’? Je kunt er een mandje in zien.